Aan de ontvangstenkant van de begroting stijgen in goede tijden de belastingontvangsten automatisch. Die extra ontvangsten geeft het kabinet dan niet uit, maar zet ze in om buffers op te bouwen voor minder goede tijden. Dat doet het kabinet door de staatsschuld af te lossen. In slechtere economische tijden accepteren we dat de ontvangsten tijdelijk lager zijn en teren we in op onze buffer: de staatsschuld loopt nu op. Contactbeperkende maatregelen om verspreiding van het coronavirus te voorkomen, maken bepaalde economische activiteiten nu lastiger of zelfs onmogelijk. Het inkomensverlies bij burgers en bedrijven dat hierbij optreedt heeft zijn weerslag op de economische groei en daarmee automatisch op de belastingontvangsten. De belastingontvangsten zijn hierdoor tijdelijk met 10,7 miljard euro afgenomen, van 305,5 miljard naar 294,8 miljard euro in 2020.
Aan de uitgavenkant van de begroting maakt het kabinet afspraken: de uitgaven blijven zowel in goede als slechtere economische tijden op een afgesproken niveau. Belangrijk daarbij is dat oplopende uitgaven aan WW en bijstand – bij teruglopende werkgelegenheid – niet leiden tot bezuinigingen elders. Ook hier accepteert de overheid dat het begrotingssaldo (tijdelijk) verslechtert vanwege extra uitgaven aan WW en bijstand. De geraamde kosten aan extra WW- en bijstandsuitgaven zijn 0,7 miljard euro, bovenop de begrote kosten voor WW en bijstand van 9,8 miljard euro in 2020.
Het opvangen van extra uitgaven aan WW en bijstand en de gemiste ontvangsten zijn samen de automatische stabilisatoren. Zij zorgen ervoor dat de economie de komende tijd door de overheidsbegroting wordt ondersteund. In deze visual hebben we de budgettaire effecten van 2020 meegenomen. De automatische stabilisatoren zullen doorwerken in 2021 middels grotere WW- en bijstanduitgaven. De belastingontvangsten zullen naar verwachting herstellen vanwege positieve economische groei.
Een nadere uitsplitsing van de 10.729 miljoen euro hier.
Bron: Najaarsnota 2020.
Bron: Najaarsnota 2020.